Baby eetweetjes

Wanneer mag je baby een broodkorstje?

Hoe laat je je baby wennen aan een eerste hapje? Hoe weet je of de voeding te warm is voor je baby? Met deze baby eetweetjes krijg je een antwoord op al die vragen.

Waarom liever geen koemelk?

Het stofwisselings- en spijsverteringstelsel is in elk geval in het 1e en 2e levensjaar nog niet volgroeid. Wetenschappelijke inzichten laten zien dat het dan ook beter is in de eerste levensjaren nog geen gewone melk te geven omdat de samenstelling van gewone koemelk nog niet optimaal is voor kinderen tot 3 jaar. Een groeimelk is de ideale overgang van gewone opvolgmelk naar gewone melk. Een dreumes tot 3 jaar heeft nog veel baat bij extra bescherming en een op maat gemaakte dreumesmelk die voldoet aan de speciale behoeftes van jouw kleine ontdekker.

Spugen

Drie op de tien baby’s spugen geregeld. Tijdens of kort na de voeding geeft je baby een kleinere of grotere hoeveelheid voeding terug, soms bij het boeren. Dit is een normaal verschijnsel en de baby hoeft er geen last van te hebben. Jonge baby’s spugen gemakkelijk doordat de overgang tussen de slokdarm en de maag nog niet optimaal functioneert. Je kunt het tegengaan door je baby tijdens en na de voeding te laten boeren en na de voeding nog enige tijd rechtop te houden. Krijgt je baby borstvoeding, dan kun je je kleintje wat vaker aanleggen en minder tegelijk laten drinken. Drinkt je baby geen moedermelk, dan kan het spugen ook komen door een te grote hoeveelheid voeding per keer, te gulzig drinken of een te grote speenopening. Als aanpassing hiervan onvoldoende helpt, kun je johannesbroodpitmeel aan de voeding toevoegen of eventueel kan een voeding tegen het spugen de oplossing zijn. Deze voeding is dikker en kbomt daardoor minder snel omhoog.

Kleurende lepels

Er bestaan tegenwoordig lepels die verkleuren als het eten te warm is. De lepel meet als het ware de temperatuur en verkleurt als deze te hoog is. Zo weet je bij iedere hap of de hap te warm is voor je baby. Laat de lepel eerst terugkleuren voor je je baby weer een hapje geeft.

Tussendoortjes

Geregeld iets zoets als tussendoortje is slecht voor het gebit van je baby. Soepstengels, rijstwafels en crackers zijn goede vervangers.

Smaakpapillen

Je baby is nog een meesterproever. Hij heeft meer smaakpapillen dan volwassenen. Ook komen zijn smaakpapillen meer verspreid in de mond voor. Naast smaakpapillen op de tong, achter in de keel, op het gehemelte en op de amandelen, heeft je baby ook smaakpapillen aan de binnenkant van zijn wangen. Als je baby ouder wordt, neemt het aantal smaakpapillen af en heeft je baby er evenveel als jij.

Kleurstoffen

Kleurstoffen kunnen bij sommige kinderen hyperactief gedrag veroorzaken. In voeding voor zuigelingen zitten geen of heel weinig kleurstoffen. Maar in die voor peuters meestal wel. Let erop als je kind drukker wordt dan je van hem gewend bent. Kleurstoffen komen onder andere voor in zoet broodbeleg, vla, snoepjes en waterijsjes.

Nitraatrijke voeding

Een baby die nog geen zes maanden is, mag geen nitraatrijke voeding eten. Dat komt omdat nitraat onder invloed van bacteriën omgezet kan worden in nitriet. En van nitriet kunnen kleine kinderen ademhalingsproblemen krijgen.
Nitraatrijke groentes zijn onder andere bieten, bleekselderij, spitskool en alle groene bladgroentes. Als je baby zes maanden is mag hij dat alles wel eten. Maar ook dan niet meer dan twee keer per week. Groentes die geen nitraat bevatten zijn wortels, bloemkool, broccoli en witlof.