Borstvoeding: bewaren en opwarmen van moedermelk

De praktische kant van borstvoeding is dat je het altijd bij je hebt voor je baby, in de juiste hoeveelheid en op de juiste temperatuur. Mocht je een keer niet bij je baby zijn als hij gevoed moet worden, dan kan hij afgekolfde moedermelk drinken. In dit artikel lees je hoe je borstvoeding kunt bewaren en opwarmen voor je baby.

Wil je moedermelk bewaren, dan zijn daar verschillende manieren voor met elk eigen richtlijnen wat betreft houdbaarheid. Het is belangrijk om afgekolfde melk zo vers mogelijk te bewaren, omdat dan de goede eigenschappen ervan het minst verloren gaan. De afgekolfde melk kun je bewaren op kamertemperatuur, in de koelkast of in de vriezer. Je doet de melk dan in een flesje, bakje of zakje (gebruik dan wel een speciaal kolfzakje, want dat lekt minder snel). Je kunt ook ijsblokzakjes gebruiken. Maak er niet te grote porties van, want dan is het lastiger om de goede hoeveelheid af te meten. IJsblokjes zijn wat dat betreft erg handig: je ontdooit er niet snel te veel van.

Bewaren

Op kamertemperatuur kun je gekolfde melk zo’n 4 tot 6 uur bewaren. Melk in de koelkast blijft tussen de 3 en 5 dagen goed. Zet de melk wel onderin en achterin. In het vriesvak kun je afgekolfde melk 2 weken bewaren, in de diepvries zelfs 3 tot 6 maanden! Als je melk uit de vriezer hebt ontdooid, dan kun je het in de koelkast nog maximaal een dag bewaren. Ontdooide melk op kamertemperatuur moet je direct gebruiken.

Opwarmen

Bevroren melk moet eerst worden ontdooid. De beste manier hiervoor is de melk te laten ontdooien in de koelkast. Een andere mogelijkheid is ontdooien in de flessenwarmer op de laagste stand. Het opwarmen van ontdooide of gekoelde melk kan in een flessenwarmer of in een pan met heet water, het zogenaamde au bain-marie.

Let op: laat de melk nooit te heet worden, dan gaan er goede eigenschappen van de melk verloren. Om die reden is verwarmen in de magnetron ook af te raden, want daarbij wordt de melk vaak niet gelijkmatig verwarmd. Zo ontstaan er zogenaamde hotspots in de melk, die te heet zijn geworden. Eenmaal opgewarmde borstvoeding die niet wordt opgedronken, moet je weggooien en niet opnieuw opwarmen op een later moment.