Het stimuleren van de taal- en spraakontwikkeling van je baby

Baby’s leren heel veel door goed om zich heen te kijken. Als moeder of vader kan je veel afleiden uit het gedrag van je kindje. Zodra je baby naar je kijkt, kan je proberen die aandacht voor jou vast te houden, door bijvoorbeeld glimlachend een gesprekje te beginnen. Oogcontact is daarvoor bij een heel jonge baby een voorwaarde. Als je baby wegkijkt, kijk dan met hem mee om te zien wat zijn aandacht trok. Is hij gefascineerd door een gekleurd knuffelbeest, breng het dan binnen zijn bereik. Meestal gaat je stem omhoog als je tegen je baby praat en dat is extra aantrekkelijk voor hem!

Baby’s hebben de eerste 4 à 5 maanden één en al oog voor hun moeder of vader. Dat is mooi, want in deze periode wordt de basis van de menselijke communicatie via taal gelegd.

Hoe kun je de taal- en spraakontwikkeling van je baby stimuleren?

Om de taalontwikkeling van je baby te stimuleren kun je laten merken wat je doet en erover vertellen. Als je je baby verschoont zeg je dat je zalf op zijn billen doet omdat ze rood zijn en in de keuken zeg je dat je thee aan het zetten bent. Koppel wat je doet aan wat je zegt, zo leert je kind het verband zien tussen het woord en de handeling of het voorwerp. Gebruik eenvoudige, korte zinnen. Natuurlijk kun je ook benoemen wat je baby doet. Legt hij zijn beer in het poppenbedje? Zeg dan bijvoorbeeld: ‘Beer gaat lekker slapen’.

Suggesties voor het stimuleren van de taal- en spraakontwikkeling van je opgroeiende baby:

• Zing liedjes of doe spelletjes als hop paardje hop. Ook het opzeggen van rijmpjes en versjes stimuleren de taalontwikkeling door hun voorspelbaarheid.
• Voorlezen prikkelt de aandacht van je baby voor taal. Gebruik veel nuanceringen in je stem, dat maakt het extra spannend. Zo kun je met een 6 maanden oude baby al boekjes met dieren bekijken en de dierengeluiden voordoen.
• Kijk samen naar foto’s en plaatjes, wijs aan en benoem wat je aanwijst. Je kunt ook een boekje maken met voorwerpen uit de omgeving van je baby. Stop een foto van mama en papa, van het huis, het huisdier en zijn lievelingsspeelgoed in een fotomapje. Een baby van een jaar kan meestal al wel met woordjes een plaatje benoemen.
• Benoem de dingen waar je baby naar kijkt. Tijdens een fietstocht of wandeling bijvoorbeeld, kun je de dieren benoemen die jullie tegenkomen, maar ook de auto’s, de ijssalon en de bomen kun je aanwijzen en benoemen. Zeg bijvoorbeeld: ‘Kijk, daar loopt een hond. De hond plast tegen de boom’.